Album dominee Horst Dank zij een tip van Focko De Zee heeft het Genootschap een bijzonder ‘Album’ in bezit kunnen krijgen. Het ‘Album’ was op 30 april 1907 aan ds. A.K.E. Horst, de eerste predikant van de Lochemse Remonstrantse Gemeente, aangeboden bij zijn 25-jarig ambtsjubileum. Het Album U ziet hier de buitenkant van het ‘Album’ en verderop de rijkversierde eerste pagina en de tweede pagina met de namen van de organisatoren van het huldeblijk. In het album volgt daarna een aantal bladzijden met de namen van personen, die hebben bijgedragen aan het geschenk dat ds. Horst bij zijn jubileum werd overhandigd. De band is bekleed met zwart leer met daarin geperste motieven ter verfraaiing. Hij is wel wat beschadigd, alsof men hem veel in handen heeft gehad en er veel mee heeft gesleept. Het binnenblok is echter gaaf. Wat voor geschiedenis het ‘Album’ achter de rug heeft, weten we niet. Ds. Horst zal er zelf beslist voorzichtig mee zijn omgegaan, maar daar is ergens na zijn overlijden in 1931 in Velp duidelijk verandering in gekomen. Uiteindelijk hebben wij het enigszins gebutst in handen gekregen via iemand uit Haarle in Salland. Het geeft me wel een prettig gevoel, dat het boek nu weer in de plaats aanwezig is, waar het destijds aan ds. Horst destijds werd overhandigd. Het Genootschap heeft het ‘Album’ met eerbied in haar archief opgenomen. Ds. A.K.E. Horst Anne Karel Eliza Horst was namelijk niet zo maar een Lochemse predikant. Hij heeft, samen met een aantal andere vooraanstaande Lochemse burgers, veel voor de stad en haar inwoners betekend. Gedurende de laatste helft van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw kende Lochem een vooruitstrevende groep notabelen, die de stad met een zekere vaart de nieuwe eeuw in hebben geduwd. Dat waren met name de nieuwe burgemeester Tjepke Haitsma Mulier, die in 1880 naar Lochem kwam, de gebroeders Marinus, Gerrit en Nicolaas Naeff, van de gelijknamige leerfabriek Naeff, de gebroeders L. en A.J. Reerink, aannemers, de uit Twello afkomstige rentenier W.O. Kerkhoven, J.A. Staring, gemeentesecretaris en later secretaris van het waterschap De Berkel en predikant A.K.E. Horst. Zij zorgden er voor, dat Lochem zich ontwikkelde van een ingeslapen stadje, tot een bloeiende gemeente met tal van ‘moderne voorzieningen’, dus tot een aangename woonstad. Een belangrijke rol in de ontwikkeling van Lochem in die jaren heeft de aanleg van de spoorlijn en de tramlijn gespeeld. Daardoor werd de stad goed bereikbaar vanuit andere delen van ons land. Bovengenoemde heren zagen de mogelijkheden. Deze nieuwe transportmogelijkheden boden de kans aan Lochem voor de ontwikkeling van de industrie en het toerisme en tevens als een aantrekkelijke woonplek voor gefortuneerden. Ds. Horst stond mede aan de wieg van het Verfraaiingsgezelschap (1888), de voorganger van de huidige VVV. Hij was ook nauw betrokken bij de oprichting van de vereniging Het Ziekenhuis (1890). Daarnaast was hij de voorzitter van de commissie tot oprichting van het Volkshuis, dat in 1892 feestelijk werd geopend. Voor het jaar 1887 staat hij vermeld als de voorzitter van de afdeling Lochem-Laren van de ‘Vereeniging Nederlandsch Mettray’. Deze vereniging had als doel om hulpbehoevende en verwaarloosde knapen in een landbouwkolonie onder te brengen om hen daar opvoeding, onderdak en een opleiding te geven. Ook zat hij in het bestuur ter oprichting van een ambachtsschool in Lochem. Ds. A.K.E. Horst, geboren 25 sept. 1852 te Angerlo, was van 1878 tot 1882 Nederlands Hervormde predikant te Barchem en van 1882 tot 1919 de eerste predikant van de in 1879 ontstane Remonstrantse Gemeente te Lochem. Hij wordt omschreven als “een slanke, rijzige man met een heel lange in tweeën gedeelde baard. Als hij sprak, placht zijn hand na elke welluidende volzin die baard in volle lengte te strelen, ter accentuering van wat gezegd was”. Omstreeks 1900 had hij een rubriek in de Lochemsche Courant. Onder de titel ‘Belvédèretjes’ hield hij hierin zijn beschouwingen over allerlei gebeurtenissen. Op 23 april 1884 trouwde hij met de Lochemse Maria Aleida Jannink. Het echtpaar kreeg geen kinderen. Ondanks het feit, dat zijn traktement in Lochem altijd aan de lage kant is gebleven en hij verschillende keren in andere gemeenten (Friedrichstad, Gouda, Amersfoort en Alkmaar) beroepen werd, besloot hij telkens om toch in Lochem te blijven. Pas na zijn emeritaat in 1919 verhuisde het echtpaar Horst naar Velp. Hier overleed zijn vrouw in 1920. Hij overleefde haar nog 11 jaar. In 1931 overleed ook hij, 78 jaar oud. Het geschenk Waaruit het geschenk bestond, dat ds. Horst bij zijn 25-jarig ambtsjubileum werd aangeboden, heb ik nergens kunnen achterhalen. In de oude kranten is wel een vermelding van het jubileum en van een geschenk te vinden, maar over het geschenk zelf laat men ons in het ongewisse.