Jacobus en Hendrik Schepers Afd. Algemene vakken, graf 258 Hier gaat het om een intrieste gebeurtenis die in de nacht van 12 op 13 juli 1935 in Lochem heeft plaatsgevonden. Een vader meldde zich bij de politie om te vertellen dat hij zijn beide zoontjes, Hendrik (1928-1935) en Jacobus (1927-1935) , op dat moment 6 en 8 jaar oud, had gedood. Het gezin Schepers leefde onder armoedige omstandigheden. De vader was al lange tijd werkloos en was uit de steun verwijderd wegens brutaal optreden tegen zijn meerderen. Hij stond bekend als een lastig persoon. In de dagen voor zijn daad was hij blijkbaar ten einde raad, want hij ging met zijn beide zoontjes naar de gemeentesecretarie, waar hij opgewonden meldde dat hij de kinderen daar zou achterlaten als men hem geen ruimere middelen gaf om zijn gezin te onderhouden. Dat heeft niet het gewenste resultaat gehad. Hij had voor zijn daad thuis ruziegemaakt met zijn vrouw. Hij moet haar mishandeld hebben en haar uiteindelijk het huis uit hebben gezet. Zij heeft noodgedwongen een paar nachten op het politiebureau moeten overnachten. Zij was dan ook op het moment van de daad niet in huis. Vader Jacobus Schepers heeft de dag voor zijn daad nog een poging gedaan om zijn vrouw weer naar huis te laten komen. Dat wilde ze echter niet. Mogelijk is dat de laatste druppel voor hem geweest. Jacobus Schepers is later dat jaar door de rechtbank in Zutphen veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf. Op het graf van de beide kinderen is geen grafsteen te vinden, zoals destijds vaker bij minvermogenden gebeurde. Er staat nu een enorme conifeer bij de nummersteen, die de grafplaats aangeeft. De gebeurtenis haalde in die tijd de landelijke pers volop.