Een weg die naar een dorp of stad loopt, draagt vaak de naam van die plaats van bestemming. En andersom geldt hetzelfde: in Ruurlo loopt de Vordenseweg, in Vorden de Ruurloseweg. De Dochterenseweg echter loopt niet naar maar in Dochteren; om precies te zijn in Klein en Groot Dochteren.
Het zijn buurtschappen bij Lochem. ‘Klein’ schijnt in werkelijkheid groter te zijn dan ‘Groot’. Maar dat zie je niet. Je ziet slechts een fraai landschap met hier en daar een boerderij. Net voorbij de kronkelende Berkel ligt rechts het gerestaureerde theekoepeltje van Staring. Het loodrechte Twentekanaal verderop verstoort de landelijkheid nauwelijks. En de spoorlijn Zutphen – Hengelo daarachter ligt er al sinds 1865. Wie voor het eerst de overgang nadert, richt zijn blik als vanzelf op het landhuis - Huize ’t Ross - recht voor zich. Maar de weg loopt langs het spoor naar rechts, vervolgens aan de andere kant. In de bocht naar links zie je een gebouwtje dat een school moet zijn geweest. Of is het dat nog?
Schoolkinderen zie je er niet. Iets als een school plein evenmin. En het enigszins klimmende grindpad tussen de bomen door naar de ingang, oogt weinig belopen. Maar het gebouwtje zelf heeft alles van een schooltje, zoals ouderen dat uit hun jeugd kennen. Het heeft de karakteristieke gevel met drie keer twee in vakjes verdeelde schoolramen. Die voorgevel ligt overigens niet naar de Dochterense weg gekeerd, maar naar de Nengersteeg, die evenwijdig aan de spoorlijn in de bocht rechtdoor gaat en heel lang zandweg was. De entree op de kopse kant biedt een vertrouwde aanblik en binnen kun je de bovenramen openen en sluiten met een hendel die je eveneens nog bekend is. Maar het is geen school meer, het is het huis van Henk en Ria Tijhof. Aan hen ligt het dat dit gebouwtje, dat tussen 1926 en 1979 aan de leerlingen van de Openbare Lagere School Groot Dochteren onderdak gaf, nog sprekend een schoolgebouw is. Zij hebben er een mooie, ruime woning van gemaakt, maar het karakter van schoolgebouw onaangetast gelaten. Het is niet moeilijk de kinderen erbij te denken, hun spelen en leren voor ogen te halen en de bekende schoolgeluiden te horen. De wegen waren eerst nog onverhard, zelfs de Dochterenseweg richting de Berkel, volgens mevrouw Riek Harmsen-Aalderink in Geschiedenis en anekdotes van een plattelandsschool, samengesteld ter gelegenheid van de schoolreünie van 2006. Zij kwam in 1929 op school, drie jaar na de oprichting.
‘Over die zandwegen kwamen de leerlingen lopend naar school, meestal op klompen’, schrijft ze. Uit haar relaas en dat van andere oud-leerlingen over die eerste en latere perioden komt een beeld van het leven op de school naar boven dat de stoutste nostalgische droom bevestigt. Ot en Sien alledaagse werkelijkheid in Groot Dochteren.
O L S Dochteren, ooit een van de vele in Lochem- Laren-Gorssel
Plattelandsschooltjes, in Oost-Gelderland waren ze talrijk. Vele ervan zijn in de eerste decennia van de twintigste eeuw ontstaan. Dat had te maken met de Leerplichtwet van 1901, maar ook met de Lager Onderwijswet De Visser van 1920, waarin het openbaar en bijzonder onderwijs gelijkgesteld werden. Maar ook: men wilde een school dichtbij huis. De wegen waren minder goed begaanbaar, de vervoersmogelijkheden beperkt. De kinderen gingen veelal te voet. In de streek Lochem-Laren-Gorssel lijkt het aantal plattelandsschooltjes extra groot. En het waren meer dan elders openbare scholen, ook na 1920. De gezinnen waren overwegend vrijzinnig protestant. De ouders verwachtten kennelijk goed onderwijs van de openbare school en vertrouwden op hun eigen vermogen om door een wekelijkse catechisatieles of de zondagschool voldoende godsdienstige vorming te geven. O L S Groot Dochteren voldeed naar wens.
1926
De oprichting van de Dochterense school was in een mum van tijd een feit. Het begon met een advies van de inspecteur tot een lokaal extra in de Dorpsschool in Laren. De Gemeente Laren boog het oktober 1925 om naar een besluit tot een nieuwe school in Groot Dochteren, de zevende in de gemeente. Veel ouders vonden dat uiteraard ook nodig. De tekening naar het voorbeeld van de school in het Larense Broek was gauw gemaakt. Geen bezwarenprocedures! Voor 20.400 gulden werden school en ‘meestershuis’ gebouwd. En wellicht zat de pomp op het schoolplein er ook in. De heer Bruinsma werd schoolhoofd. Maandag 11 oktober 1926 gingen 52 leerlingen voor het eerst in Groot Dochteren naar school, 36 van hen afkomstig van school Laren-dorp. Het reünieboek 2006 bevat herinneringen van o.a. drie leerlingen van het eerste uur. In 1931 kreeg de school stalling voor 20 fietsen. Het gemeentebestuur belastte meester Bruinsma met de aanwijzing van de leerlingen die er gebruik van mochten maken.
Meester Bottinga
Thomas Bottinga werd in 1931 het schoolhoofd en bleef dat tot zijn pensioen in 1968. Zijn naam staat, mag je wel zeggen, voor een periode: 37 van de 53 jaren was hij het gezicht van O L S Groot Dochteren. De crisistijd, de oorlogsperiode en de jaren van herstel, ze waren niet gemakkelijk. In de vele herinneringen komt meester Bottinga naar voren als een toegewijde en krachtige man. Voor de kinderen maakte hij zijn school tot een vertrouwde plek om te leren. Zijn zanglessen met onder meer het oefenen van toonhoogtes hebben indruk gemaakt. Veel oer-Hollandse liedjes werden gezongen, maar ook – Bottinga kwam uit Bartlehiem - het Friese volkslied.
Zestig planten uit de omgeving moest de klas van Willy Holtslag-Harkink, bekend van de ‘Hoofdige Boer’ in Almen, kennen. Voor haar oudere zus waren het er nog honderd.
Schoolreisjes naar het westen en natuurlijk schaatsen stonden op zijn programma. In de oorlog werd het vak Duits verplicht. Lastig in andere zin was het brandstofgebrek. Maar echt erg was tegen het eind van de oorlog het gevaar van beschietingen en bombardementen daar vlakbij het spoor. Op 10 maart 1945 schampte een V-1 het gebouw, waardoor de oostmuur ontzet werd. Maar het projectiel ontplofte niet. De school werd ontruimd.
Achtereenvolgens kwamen Duitse Hitler-Jugend en Canadezen in school. Die laatsten richtten er een veldhospitaal in. De officieren kregen kwartier in het meestershuis van Bottinga. Na de oorlog moest het onderwijs worden hervat bij het herstelwerk dat nodig was. Vernieuwing van het onderwijs was van Bottinga niet echt meer te verwachten. Tegen het einde van zijn ‘regiem’ was er ook aanpassing van het gebouw nodig. Hij liet het over aan zijn opvolger, HenkTijhof.
Vernieuwing en … einde
Tijhof zorgde in 1969/1970 voor renovatie van het gebouw en uitbreiding met bijruimten en nieuwe toiletten. De ingang ging van de achter- naar de zijgevel aan de Dochterenseweg. Minstens zo belangrijk was de vernieuwing van het onderwijs. Het reünieboek spreekt van ‘bijna een culturele revolutie’. Tijhof voelde zich thuis in Groot Dochteren, maar kreeg al gauw de opdracht te zorgen voor een samenvoeging van een deel van de scholen, waaronder Groot Dochteren.
De gemeente – sinds 1972 niet meer Laren maar Lochem – dacht na ruim vijftig jaar heel anders over de nabijheid van de school voor kinderen. Er kwamen in korte tijd nog twee schoolhoofden in Groot Dochteren, maar in 1979 was het zover: in Laren werd O.L.S. De Branink geopend. Het was het einde van de aloude Dorpsschool Laren en de scholen Verwolde, Larense Broek en Groot Dochteren. Exel, Nettelhorst en Barchem bleven zelfstandig. Het schoolgebouw kwam in 1984 te koop. Tijhof was zo gek - zeiden anderen - het te kopen. Hij en Ria zijn blij met wat na inspanningen hun huis is geworden. Voor de buurtschap is het moeiteloos nog de school.