Afd. Nieuwe vakken, graf 47 en 48
De naam Naeff stamt van Zwitserse huurlingen met de naam Näf die met het leger van Napoleon in Nederland terechtkwamen en hier bleven. Hier schreven ze hun naam als Naeff.
Jan Naeff, een nazaat van hen, trouwde in 1842 de Lochemse Gerritjen Reerink. Het echtpaar begon in Arnhem een leerlooierij. Ze kregen er zes kinderen. Jan Naeff overleed echter al op 44-jarige leeftijd. Zijn weduwe zette de looierij voort samen met een knecht. Uiteindelijk besloot ze in 1854 met haar zes kinderen naar Lochem terug te gaan. Ze begon er een nieuwe looierij. In Lochem was dat namelijk goedkoper te doen. Ze woonde eerst in de Bierstraat. Rond 1860 ging ze aan de Nieuwstad (12) wonen. Ze was een bijzonder energieke vrouw, die opmerkelijk veel belangstelling had voor allerlei zaken, zelfs voor politiek. Ze regelde zelf haar financiën; in haar tijd allemaal nogal ongebruikelijk voor een vrouw.
Toen de beide oudste zoons volwassen waren, verlieten ze Lochem. Twee van de anderen, Gerrit en Marinus, hadden zich ondertussen in het leerlooien en de leerbewerking bekwaamd. In 1867 richtten ze in Lochem de leerfabriek Gebroeders Naeff op, die in 1896 werd voortgezet als N.V. De Eerste Nederlandsche Kroonlederfabriek. Later kwam hun jongste broer Nicolaas het team versterken.
Het bedrijf Naeff nv, zoals dat tegenwoordig is gevestigd aan de Kwinkweerd in Lochem, is een voortzetting van het bedrijf van de gebroeders, maar met een inmiddels geheel ander productenpakket. Van de drie broers was Gerrit Naeff vooral bestuurlijk actief. Hij was daarnaast ook een tijd wethouder van Lochem. Ook schonk hij Lochem in 1903 een carillon; om het geluid goed tot zijn recht te laten komen, werd de Gudulatoren van een nieuwe spits voorzien. Marinus Naeff was vooral ondernemer en visionair. Hij was voorzitter van de Spaarbank, die het Volkshuis aan de Dr. Rivestraat liet bouwen, daarnaast penningmeester van het bestuur dat in 1890 het Lochemse Ziekenhuis aan de Zwiepseweg oprichtte. Maar hij is vooral bekend als de grote motor achter de ontwikkeling van de Nieuweweg en villawijk Berkeloord. Toen in 1907 het landgoed De Cloese in onderdelen werd verkocht, kocht Naeff de tussen de Nieuweweg en de Berkel gelegen landerijen met de bedoeling er een villapark te realiseren langs het tracé van de nieuw aangelegde stoomtramweg. In 1909 werd door de bekende landschapsarchitect Samuel Voorhoeve uit Oosterbeek een ontwerp gemaakt in Engelse landschapsstijl. In het gebied zijn onder meer villa’s te vinden van de Amsterdamse architect H.P. Berlage, de Haagse architect N. Molenaar en de Lochemse architect G.J. Postel. Broer Nicolaas Naeff was geen zakenman. Door zijn tactvol optreden wist hij echter zijn broers, die qua karakter niet zo goed met elkaar overweg konden, in het gareel te houden. Hij verliet echter het bedrijf en vestigde zich in Den Haag. Het schijnt dat Nicolaas ooit de staatsloterij heeft gewonnen.
Op de oude begraafplaats vormen het graf van moeder Gerritjen Naeff-Reerink (1818-1888) en het graf waar haar oudste zoon Gerrit Naeff begraven (1845-1913) ligt, samen een groot grafmonument. Zij liggen er trouwens niet alleen: op de grafplek van moeder liggen ook haar enige dochter Johanna Naeff (1850-1917), haar zoon Nicolaas (1854-1926) en zijn vrouw Petronella Cornelia van Houweninge (1865-1934) begraven. In het graf van Gerrit Naeff ligt ook zijn vrouw Hermina Anna van der Hardt Aberson (1850-1928). Nicolaas en zijn vrouw, die in Den Haag woonden, zijn dus naar Lochem overgebracht om hier begraven te worden.