Afd. 5, graf 182
Hendrikus Postel (1849-1933) was een nakomeling van een migrant uit Saksen, die zich in 1787 als logementhouder aan de Bierstraat in Lochem vestigde.
Die Christiaan Frederik Postel (zie ook diens verhaal in dit Virtueel Museum) was een handige zakenman. Hij zorgde er bijvoorbeeld voor dat de veilingen in Lochem in zijn logement werden gehouden. Na hem nam zijn zoon Johan Hugo Cornelis zijn nering over. Diens zoon Gerrit Jan verhuisde met het logement naar de Walderstraat, op de hoek van de Blauwe Torenstraat. Na hem werd zijn zoon Hendrik hier de logementhouder. Het was in al die jaren zo gebleven dat zij de Lochemse veilingen bleven verzorgen. ’t Zwijnshoofd, zo heette het logement, werd ook halteplaats voor de postkoets. Toen op een gegeven moment Van Gend en Loos het vervoer van goederen steeds meer overnam, werd Hendrik Postel er de Lochemse depothouder van en later de directeur. Dat leverde Postel waarschijnlijk voldoende op, want hij beëindigde zijn logement. De naam ’t Zwijnshoofd verhuisde naar een etablissement aan de Bierstraat, waar de naam nog altijd te vinden is. Hendrikus Postel bracht het tot een van de wethouders van Lochem. Blijkbaar heeft hij zijn taak goed vervuld, want er werd een straat naar hem genoemd.
Hendrikus Postel was getrouwd met Anna van den Brink. Zij kregen zes kinderen, waarvan de oudste dochter trouwde met Nicolaas Scheen. Op de foto op diens verhaal in dit Virtueel Museum staan ook Hendrikus Postel en zijn vrouw Anna van den Brink. Zij staan uiterst rechts op de foto.
Twee zonen van hen, David Jan en Johan Bernard, stichtten in Lochem een nieuwe leerfabriek met de naam Fa. Gebroeders Postel aan de Stationsstraat. Een derde ontwikkelde zich tot de bekende architect Gerrit Jan Postel, van wie meerdere door hem ontworpen huizen in Lochem en omgeving te vinden zijn. Hun jongste zoon Christoffel Herman, meestal Pem genoemd, ging bij zijn zwager Nicolaas Scheen aan het werk en bracht het tot mededirecteur van de Lochemsche Handels- en Courantendrukkerij. In dit graf zijn in totaal tien personen begraven, van 2 maand oud tot 83 jaar.
De steen is wat scheefgezakt, niet van de boom af gedrukt door de wortels, maar leunt naar de boom toe. De boom, een conifeer, ooit als een klein boompje geplant, heeft de gehele grafruimte in beslag genomen. Om het steenopschrift te kunnen lezen moet men schuin langs de stam heen kijken.
Op de begraafplaats is ook een graf waar een boom de grafsteen met zijn stam en wortels scheef heeft gedrukt, maar dan van de stam weg.