Dat ook in deze regio ooit Neanderthalers hadden geleefd en gejaagd was altijd al vanzelfsprekend. Er was echter nog nooit een fysiek bewijs van gevonden. Er waren eerdere vondsten die 'mogelijk en misschien' wel uit die periode konden zijn, maar echt definitief vastgesteld en geregistreerd was er nog geen.
Met deze vondst is dat er nu wel. En om iets in handen te hebben wat mensen tienduizenden jaren geleden hebben gemaakt en gebruikt is toch wel speciaal. Meer dan theoretisch weten dat ze hier vast wel geleefd hebben.
Omschrijving
Kernpreparatie afslag
Materiaal: vuursteen, grijs van noordelijke afkomst, dus ooit met het ijs meegevoerd.
Afmetingen: max L 44 mm; max. B 21 mm; max. D 6 mm. gewicht: 7 gram.
(NB er is een stuk is afgebroken. Oorspronkelijk was het artefact groter)
Gevonden door een wandelaar op de Lochemse Berg in uitgespoelde grind op een pad in 2024
Datering: Midden paleolithicum, de periode tussen de laatste twee ijstijden, 126 - 40.000 jaar geleden. Dat is het Eemien of eerste helft Weichselien
Privé collectie.
HGL Archeologisch dossier V1053
Toelichting
Het voorwerp / artefact wordt beschreven als een kernpreparatie afslag. Van een vuursteen knol worden successievelijk stukken afgeslagen, veelal iets langwerpig in vorm. Afhankelijk van de behoefte kunnen ze dan direct worden gebruikt, als schraper, spits, priem of speerpunt. Of ze worden verder bewerkt om ze voor een specifiek doel geschikter te maken.
Deze afslag is niet verder bewerkt. Daarmee was hij ofwel direct geschikt voor iets, of is opzij gelegd voor latere bewerking dan wel gebruik.
Op meerdere locaties in Nederland zijn concentraties van bewerkt vuursteen uit die periode aangetroffen. Die wijzen op, tijdelijke, werkplaatsen waar men vuursteen bewerkte.
Dit voorwerp kan uit zo'n inmiddels weg geërodeerde werkplaats zijn of gewoon ergens tijdens het gebruik of op tocht verloren zijn.
De Lochemse Berg is ontstaan in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. De vondst is van de periode erna. De Neanderthalers die hier leefden, zullen tijdelijk kampen op de berghelling hebben gemaakt, een wat veilige plek en met wat uitzicht. Vandaaruit zullen ze eetbare planten verzameld en op jacht zijn gegaan. En ze zullen vuursteen bewerkt hebben, mogelijk met stukken zie ze ter plekke aantroffen of materiaal wat ze elders op hun tocht aantroffen. Goede vuursteen zal ook toen kostbaar zijn geweest.
Die kampen zullen we op de berg niet meer aantreffen omdat die lagen door erosie zijn verdwenen. de berg was vroeger hoger. Elders zijn die kampen juist weer onder dikke lagen nieuwe afzettingen verdwenen. Dus ze aantreffen is een toevalstreffer, op plekken waar door erosie die nieuwe lagen juist net weer zijn verdwenen.
Hier kunnen we Neanderthaler werktuigen dus mogelijk aantreffen op plaatsen waar zand en stenen van de berg afspoelen. Een vergelijkbare situatie als bij de vondsten die in de heuvels van Noord-Twente optreedt.
Foto's Jan Venselaar, tekening Dick Vonhof