Overslaan en naar de inhoud gaan

Synagoge

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Broodtekst

Het zal bij de bezadigde lezers van het Algemeen Handelsblad van 28 oktober 1864 toch wel een lichte schok teweeggebracht hebben: de oproep van de kerkenraad van de Nederlands Israëlitische Gemeente te Lochem. (zie langskomende afbeelding)

De oproep, ondertekend door de heren J.J. Vromen, A.M. Fortuin, J.J. Weijl en S.J. Hartog, schetst naast de belabberde toestand van de synagoge èn de groei van het aantal gemeenteleden, ook uitvoerig het doel van deze advertentie: het onder de aandacht brengen van alle Nederlanders van ‘eene Loterij van geschonken voorwerpen, ten bedrage van Duizend Loten elk à één Gulden’.
De kerkenraad richt zich nadrukkelijk tot alle weldenkende Nederlanders, die immers ‘allen (de behoefte gevoelen) aan de vereering van een Opperwezen’. Het is daarbij niet belangrijk ‘op welke wijze die vereering zich openbaart.’ De ondertekenaars vertrouwen er niet alleen op dat velen een of meer loten zullen kopen, maar ook dat er vele prijzen beschikbaar worden gesteld. ‘Elk Voorwerp, elke Gift, hoe gering ook zal met dankbaarheid worden aangenomen en beschouwd als een offer aan de dienst van Hem, die reeds door den mond zijner Profeten heeft doen verkondigen: Hebt uwen naasten lief als uzelven.’ Opmerkelijk is niet zozeer de reden van deze oproep in een landelijk dagblad: de synagoge was inderdaad bouwvallig en te klein voor de groeiende gemeente, maar vooral de zelfbewustheid die eruit spreekt. De geest van de gelijkstelling en emancipatie – de burgerlijke gelijkstelling van Joden en niet-Joden is van 1796 – valt duidelijk te bespeuren in het beroep dat men doet op alle Nederlanders en in de nadruk op de gelijkwaardigheid van wijze van ‘verheerlijking van Hem, in wiens hand onze adem is en bij wien al onze paden zijn’, dus van alle geloofsrichtingen. De verkoop van loten en de beschikbaarstelling van prijzen verliep echter minder voorspoedig dan verwacht: er werden 633 loten verkocht en er werden 226 prijzen geschonken. De bouw werd echter voortvarend ter hand genomen en zo kon op 20 oktober 1865 de nieuwe synagoge, zo’n tweehonderd meter verwijderd van de oude, worden ingewijd met een feest van twee dagen, dat geheel Lochem nog dagen erna in zijn ban hield. De Lochemse gemeentesecretaris, de heer G.W. Hartman, heeft hierover eveneens in het Algemeen Handelsblad uitgebreid bericht, waarin hij beklemtoonde hoezeer de gehele Lochemse gemeenschap, ook de hervormde geestelijkheid en burgerlijke autoriteiten, deel had aan de feestelijkheden. Op zondag 18 oktober 2015 werd in aanwezigheid van velen de stichting van de Lochemse synagoge honderdvijftig jaar geleden herdacht. De sprekers waren Albert Geesink, de voorzitter van de Stichting Lochemse Synagoge, burgemeester Sebastiaan van ’t Erve, rabbijn Avram Soetendorp en Ko Brevet, de oud-voorzitter van de Lochemse Raad van Kerken. Zij allen benadrukten het belang van onze Lochemse synagoge. Van de Lochemse kehille, de Joodse gemeente, in de tijd van de inwijding ruim 140 leden, was na de Tweede Wereldoorlog natuurlijk geen sprake meer.

Slechts 18 Joodse medeburgers keerden terug in hun stetl. Hun sjoel, eigendom van de burgerlijke gemeente, viel ten prooi aan verwaarlozing en onachtzaamheid en wachtte na een roemloos gebruik als opslagplaats van antiquarische boeken op de slopershamer. Gelukkig heeft het initiatief van enkelen het tij kunnen keren en zo kon vijftig jaar na de bevrijding de gerestaureerde synagoge worden overgedragen aan de Stichting Synagoge Lochem. In onze synagoge brandt nu al weer bijna twintig jaar het neer tamied boven het boek met de namen van de vermoorde Lochemse Joden, niet alleen ter hunner nagedachtenis, maar ook als teken van hoop.

Voor dit artikel is vrijmoedig en dankbaar gebruik gemaakt van het onvolprezen boekje van Jan Eefting: De Lochemse synagoge, Lochem, 1993.

Het volgende is ontleend aan http://www.synagogelochem.nl/:

De Synagoge is gebouwd in 1865 en op 20 oktober van dat jaar plechtig ingewijd. Het nieuwe gebouw diende ter vervanging van een achttiende-eeuws gebouw dat gestaan moet hebben tussen de huizen no. 3 en 4 aan de Westerwal. Er zijn enkele elementen van verschillende historische bouwstijlen in gecombineerd (eclectisch).
Ter gelegenheid van verschillende jubilea heeft het gebouw tot ongeveer 1940 enkele wijzigingen ondergaan. De belangrijkste ingreep is de vergroting aan de oostzijde geweest (de muur met de blauwe Davidster). Aan die zijde is het gebouw in 1910 met een travee vergroot. Daarbij zijn de nieuwe vensters niet van gietijzer, zoals de bestaande, maar van hout gemaakt.
Bij deze verbouwing is ook het huidige plafond aangebracht. Het is van dun plaatijzer, de ornamenten zijn er in reliëf ‘ingestampt’. Bij de restauratie in 1992 zijn de oorspronkelijke kleuren gehandhaafd. Door zijn afmeting, vormgeving, ornamentering en kleurgebruik is het Lochemse plafond uniek. Het is bovendien, voor zover bekend, het enige bewaard gebleven plaatijzeren plafond in Nederland.

Na de oorlog was de Lochemse Joodse gemeente vrijwel verdwenen. Van de 118 weggevoerde Lochemse Joden keerden er 18 terug. Daarom werd in 1947 de Joodse gemeente officieel opgeheven en bij Borculo gevoegd. De sterk vervallen Synagoge kwam in 1950 in het bezit van de burgerlijke gemeente Lochem.
In 1983 vierde Lochem haar 750-jarig bestaan als stad. Dat was mede aanleiding tot de oprichting op 1 maart van de Stichting ter Nagedachtenis van de Joodse Medeburgers in Lochem. Deze wilde de voormalige Synagoge behouden als herinnering en stelde zich ten doel de restauratie van het gebouw te bevorderen.
Er is een gedenkboek samengesteld dat de namen van de omgebrachte Lochemse Joden bevat. Tevens is een gedenkplaat bevestigd aan de buitenmuur van de voormalige Synagoge. In 1992 startte de gemeente Lochem de restauratie. Op 2 mei 1993 is de prachtig gerestaureerde voormalige Synagoge officieel geopend.

Het gebouw is nu primair een herdenkingscentrum
Daarom ligt het gedenkboek met de namen van de omgebrachte Lochemse Joden op de plaats waar eertijds De Arke stond. Erboven hangt het Nér-tamied, het eeuwige licht.
OPDAT DE HERINNERING NIET VERDUISTERD WORDT

zie: http://www.synagogelochem.nl/