Afd. Ampsen/Exel, graf 11
Hier blijken twee echtparen te liggen. Behalve Jan Florijn (1837-1911) en zijn vrouw Tonia Wisseborn (1834-1926) liggen er ook hun zoon Gerrit Jan Florijn (1870-1941) en diens vrouw Lubberdina Tjakina Florijn-Jansen (1870-1933).
Voor de laatste is er nog een glazen herinneringsplaat naast de grafsteen gezet. Niet voor de zoon en ook niet voor diens dochtertje Lubberdina Tjakina (4½ maand oud geworden).
Het glazen plaatje is vroeger met schroeven bevestigd geweest aan een houten plankje, dat met twee houten paaltjes in de grond verankerd was. Die zijn echter op den duur verrot. De vrijwilligersgroep van de dames Burggraaff en Aalbers hebben het jaren geleden voor elkaar gekregen dat Lochemse bedrijven metalen paaltjes en trespa-bordjes beschikbaar hebben gesteld. Op die manier konden de glasplaatjes weer goed bevestigd worden. Dat is hier wel te zien.
Er blijkt ook nog een Gerrit Jan Jimmink (1821-1890) begraven te liggen. Geen familie, maar een landbouwer uit Zutphen, bij wie Jan Florijn vroeger een tijdje in huis is geweest (in de kost?).
Jan Florijn is opgegroeid in Ampsen aan de Laan van Ampsen 5, waar zijn vader een timmerbedrijf had. Jan nam het bedrijf later van zijn vader over en dat deed zoon Gerrit Jan weer van zijn vader. In 1929 vertrok het gezin Florijn-Jansen echter naar Lochem.
Reacties
Aanvulling door achterachterkleindochter Mieke Geerlink
Gerrit Jan Jimmink (1821-1890) was ooit knecht bij de familie Wisseborn/Aalders of Alders aan de Dieserstraat in Zutphen.
Toen Johan Hendrik Wisseborn op 31 maart 1854 overleed, hertrouwde Geertrui Antonette Aalders met knecht Gerrit Jan Jimmink op 21 februari 1855.
Latere schoonzoon Jan Florijn was sinds 1862 als timmerman werkzaam op het bedrijf van het echtpaar Aalders/Jimmink en heeft daar een van de dochters des huizes leren kennen: Geertruida Antonettte (Tonia) Wisseborn, met wie hij in 1863 trouwde. Van hen is het graf op de Oude begraafplaats.
Dus: Gerrit Jan Jimmink was de (aangetrouwde) schoonvader van Jan Florijn.