Afd. Nieuwe vakken, graf 19
Jan Hendrik Scheen (1842-1919) was in 1871 met zijn gezin van Leeuwarden naar Lochem gekomen.
Hij was in 1866 in Leeuwarden getrouwd met Elisabeth Medendorp. Zij hadden drie kinderen toen ze naar Lochem kwamen. Jan Hendrik had een opleiding tot apothekersbediende gevolgd, hetzelfde beroep als zijn vader uitoefende. Hij kwam in dienst van de Lochemse gemeente-arts dr. Cartier van Dissel. Hij heeft een aantal jaren voor hem gewerkt als apotheker. Maar dit soort werk beviel Jan Hendrik toch uiteindelijk niet zo.
Aan de Markt was al sinds 1846 een boekhandel (in het pand zit nog steeds een boekhandel, genaamd Lovink). Govert Leendert Meijer, een voormalig schoolmeester nam de zaak in 1858 over. Hij bouwde de zaak steeds verder uit. Langzamerhand werden er steeds meer andere artikelen verkocht, zoals schrijfbenodigdheden, speelkaarten, eau de cologne, wandelstokken; zelfs petroleum en tabaksartikelen kon men er kopen. Waarschijnlijk kwam Jan Hendrik Scheen na zijn komst in Lochem af en toe in de winkel. Wat hem daar mogelijk aantrok, was dat Meijer naast zijn kantoorboekhandel en ‘toko’, ook begonnen was met het drukken en uitgeven van een blaadje, Weekblad voor Lochem en omgeving, een krantje van vier pagina’s. Waarschijnlijk zag hij daar potentie in. Het krantje groeide uit tot de Lochemsche Courant (1882-1945).
Toen G.L. Meijer in 1882 overleed, kwam Scheen ertoe het werk als apotheker vaarwel te zeggen en een nieuwe start te maken door de zaak van Meijer over te nemen. Dat bleek een goede zet te zijn. De zaken liepen goed. Met het drukwerk ging het ook steeds beter. In 1890 nam Scheen Bernard Gerardus Lovink als medewerker aan. In 1894 trouwde Lovink met Martha, een dochter van Jan Hendrik Scheen. Rond 1905 werd besloten de boekhandel en de drukkerij van elkaar los te koppelen. Lovink ging de boekhandel leiden en Jan Hendrik Scheen de drukkerij. Dat leidde in 1905 tot de oprichting van de Lochemsche Handels- en Courantendrukkerij. Zoon Nico Scheen nam ondertussen steeds meer werk en uiteindelijk ook de zaak van zijn vader over. Jan Hendrik Scheen en zijn vrouw hebben gedurende hun leven in Lochem behoorlijke tegenslagen te verwerken gehad in hun gezinskring: in 1897 verongelukte hun zoon Hendrik, in datzelfde jaar 1897 overleed ook dochter Martha die met B.G. Lovink was getrouwd en in 1904 overleed hun elfjarige zoon Albert. Elisabeth Scheen-Medendorp overleed in 1903. Jan Hendrik Scheen in 1919. Onder de afgebeelde steen zijn behalve J.H. Scheen en E. Scheen-Medendorp ook de volgende kinderen begraven: Elisabeth Scheen (18 jaar), Hendrik Scheen (26 jaar), Johanna Scheen (20 jaar), Klaziena Petronella Scheen (27 jaar) en Martha Lovink-Scheen (28 jaar).
Op de begraafplaats is nog een steen van de familie Scheen (Afd. A, graf 181). Hier liggen twee zonen van Nicolaas Scheen en zijn vrouw Jacobina Christina Postel: Albert was 7 jaar en Henk 23 jaar.
Van het huwelijk van Nicolaas Scheen en Jacobina Christina Postel is de trouwfoto hieronder te zien. Het huwelijkspaar is wel te herkennen. Links achter de bruid staat Jan Hendrik Scheen. Zijn vrouw iets verder links van hem. Alleen haar hoofd is te zien.