De Jodenster.
De Jodenster was een kenteken dat Joden in Duitsland en bezet gebied moesten dragen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De verplichting gold voor Joden boven de leeftijd van zes jaar in bijna het gehele door de nazi's bezette Europa, met uitzondering van Finland, Noorwegen, Denemarken en Vichy-Frankrijk. Het kenteken bestond uit een zwart getekende Davidster uit gele stof ter grootte van een handpalm met de tekst (in de landstaal) in zwarte letters 'Jood'. De ster diende om Joden te identificeren, evenals het stempel met de letter J in hun persoonsbewijs. De Jodenster moest zichtbaar en vast opgenaaid op de linkerkant ter borsthoogte van het kledingstuk gedragen worden.
In bruikleen van Bert Oude Engberink
De nazi's maakten het dragen verplicht in Polen vanaf 23 november 1939.
Vanaf 19 september 1941 moesten alle Joden vanaf 6 jaar oud in het gehele Duitse Rijk de ster dragen, op grond van de Polizeiverordnung über die Kennzeichnung der Juden. De verordening van 1 september 1941 werd van kracht op 19 september 1941. Men moest ze zelf kopen voor fl. 0,04 cent.