Familiedrama’s Familiedrama’s zijn van alle tijden. Vaders of zonen die – uit waanzin of wanhoop – hun dierbaren ombrengen, in de hoop op… ja wat eigenlijk? Ook Lochem heeft in zijn geschiedenis verschillende van die drama’s beleefd. Juli 1910 Marcus Bachrach studeerde Hebreeuws in Amsterdam toen hij naar zijn ouderlijk huis in Lochem reisde en zijn beide ouders op gruwelijke wijze om het leven bracht. Weer terug in het westen schreef hij burgemeester Haitsma Mulier in Lochem wat hij had gedaan. Deze vond in het huis van de Bachrachs inderdaad beide lichamen. Een ander briefje liet Marcus achter op het strand van Scheveningen, waarna hij de zee in liep om zich te verdrinken. Toen zijn lichaam aanspoelde bleek hij bewusteloos, maar nog in leven. De rechtbank in Zutphen veroordeelde Marcus tot verblijf in een ‘krankzinnigengesticht’. Blijkbaar met goed gevolg, want later is hij getrouwd en heeft hij als ambtenaar in Nederlandsch Indië gewerkt. Juni 1935 De crisis had Jan Schepers uit de Pillinkstraat in Lochem zwaar getroffen: werkloos, straatarm en zonder uitzicht op verbetering. Hoe moest hij zijn zoontjes van 6 en 8 jaar te eten geven en welke toekomst kon hij ze bieden? Uit wanhoop bracht hij beide jongens door ophanging om het leven. Het was het gesprek van de dag in Lochem en er verzamelde zich een menigte voor het huis van het drama. Jan Schepers werd tot 20 jaar gevangenis veroordeeld. Wat er verder van hem geworden is is niet bekend. April 1938 Op boerderij ‘Martha’ in Klein Dochteren woonde de familie Greutink, met zoon Garrit Hendrik en pleegzoon Jan Kelhout. Toen op een nacht de boerderij in vlammen opging leek dat al erg genoeg, maar het werkelijke drama bleek pas daarna: Garrit Hendrik had zijn ouders, zijn zus en zwager en de 11-jarige Jan Kelhout om het leven gebracht en zichzelf verhangen. In de vekoolde resten van de boerderij trof men hun lichamen aan. Alle slachtoffers van deze drama’s zijn begraven in Lochem, op de Joodse of de Oude Begraafplaats, beide aan de Zutphenseweg. Jantje Kelhout zelfs samen met zijn moordenaar, want op het algemene deel van de Oude Begraafplaats werden immers steeds twee lichamen in een graf gelegd. Zowel de Joodse als de Oude Begraafplaats zijn vrij te bezoeken.