Jan van Vuuren, kunstschilder en inwoner van Lochem tussen 1900 en 1903

In januari 2016 richtte Williëtte Wolters-Groeneveld van het Noord-Veluws Museum uit Nunspeet zich tot het Historisch Genootschap Lochem Laren Barchem. Of wij haar informatie konden geven over de tijd, dat de kunstschilder Jan van Vuuren in Lochem woonde en of wij ook Lochemse schilderijen van hem kenden. We wisten van niets, maar we zijn op zoek gegaan.

In ieder geval bleken er in Lochem nog twee schilderijen van de hand van Jan van Vuuren aanwezig en wel de voorstelling van de Noorderwal en een schilderij van de toren van de Gudulakerk. Beide werken zijn in het bezit van de gemeente Lochem. Op een foto uit een oude folder van de gemeente is te zien, dat het schilderij destijds in de trouwzaal van het oude raadhuis aan de Markt heeft gehangen. Het is qua formaat een vorstelijk schilderij: 100 x 80 cm.

Van Vuuren moet meer schilderijen in en om Lochem hebben gemaakt. Op een exposite in 1903 hing een schilderij van hem met de titel ‘Huis Ampsen’ en in 1907 werd ‘Gezicht op Lochem’ geveild. Pas na veel en lang speuren kwamen we er achter, dat er nog drie Lochemse schilderijen van hem bekend zijn en wel twee van de Noorderwal, één in zomersfeer (1902) en één in wintersfeer (1901), en één van de Westerwal (1902).

Expositie

De vraag uit Nunspeet is niet enkel bij een verzoek om informatie gebleven. In 2016 werd de fraaie expositie ‘Jan van Vuuren in perspectief’ gehouden in het Noord Veluwse museum waar meer dan honderd werken van Jan van Vuuren te zien waren. De beide Lochemse schilderijen uit het bezit van de gemeente Lochem hingen broederlijk naast elkaar, omgeven door het vele Veluwse werk van de kunstenaar. Voor de liefhebber van impressionistische schilderkunst was het een lust voor het oog.

Jan van Vuuren (1871 – 1941)

Jan werd in 1871 in Molenaarsgraaf in de Alblasserwaard geboren als jongste van de zeven kinderen van Arie van Vuuren en Teuntje Vlot. Jan en zijn oudste broer verschilden maar liefst twintig jaar in leeftijd. Vader was boerenknecht. Het gezin had het dus niet breed.
Al op jeugdige leeftijd bleek, dat Jan artistieke talenten had, maar geld om hem een opleiding te laten volgen was er niet. Mogelijk doordat de hoofdonderwijzer de vrouw van de burgemeester op Jans talent attent maakte, kreeg Jan toch de gelegenheid om bij de kunstenaarsvereniging Pictura in Dordrecht les te krijgen van Roland Larij. Later ontfermde zich een broer van de burgemeestersvrouw over Jan. Hij zorgde er in 1888, samen met een aantal andere inwoners van Dordrecht, voor dat Jan in de gelegenheid werd gesteld om in Den Haag een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten te gaan volgen.
Vier jaar lang leerde hij teken- en schildertechnieken, maakte hij stillevens en werkte hij naar model. De onderscheidingen die hij gedurende zijn tijd aan de Academie behaalde, laten zien dat hij zich uitstekend ontwikkelde. In 1892 verliet Jan met goed resultaat de Academie. Hij ging in eerste instantie een zwervend bestaan leiden. Hij verbleef o.a. in Amsterdam, Elspeet, Den Haag, Epe, Zwijndrecht en daarna weer in Elburg, al dan niet ingeschreven in het officiële register. Jan was in die tijd bewust bezig met zijn verdere vorming als kunstenaar. Hij maakte in deze periode kennis met kunstschilders als G.W. Dijsselhof, H. van der Weele en F.P. ter Meulen. Door hen leerde hij Nunspeet en Elspeet kennen, waar in die tijd veel kunstenaars voor een tijd heen trokken om het eenvoudige landleven te genieten en vast te leggen op papier en doek.

In 1894 werd Jan toegelaten tot de Amsterdamse kunstenaarsvereniging Arti (et Amicitiae). Het lidmaatschap leverde Jan contacten en deelname aan exposities op. In het openingsjaar van het Stedelijk Museum in Amsterdam was Jan van Vuuren op de tentoonstelling van Werk van Levende Meesters vertegenwoordigd met twee schilderijen.
In 1896 werd Jan ook lid van de Haagse tegenhanger van Arti: Pulchri Studio, waar met mensen als H.W. Mesdag, J. Israëls, gebroeders Maris, A. Mauve en J.H. Weissenbruch de stijl van de Haagse School de dienst uitmaakte. Jan van Vuuren deed het goed in die kringen. Hij maakte naam en verkocht goed. Op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1900 was hij één van de 93 Nederlandse schilders, die er met een schilderij vertegenwoordigd waren. Jan kreeg er het Diplôme d’Honneur voor.

Lochem

Elf dagen na de opening van de Wereldtentoonstelling, op 25 april 1900, trouwde Jan met Anna Margaretha Heijman uit Elburg. Op 31 augustus van datzelfde jaar vestigde het jonge echtpaar zich in het rechter deel van een statig huis aan de Markt (nu restaurant Kawop) te Lochem. Hier werd op 11 december 1901 hun eerste kind, zoontje Henricus, geboren. Waarom ze voor Lochem hadden gekozen zal waarschijnlijk voor altijd een raadsel blijven. Mogelijk speelde het een rol, dat Lochem onder kunstenaars in die tijd een zekere naam had vanwege zijn prachtige omgeving. Al eerder hadden kunstschilders als Gerrit Hendrik Göbell en Gerard Bilders er een tijdje doorgebracht. Mogelijk is ook, dat Jan tijdens een expositie contact had gekregen met één van de gebroeders Naeff . Zij waren ondernemende fabrikanten uit Lochem, waar ze een leerfabriek hadden. Zij bemoeiden zich echter niet alleen met de fabriek, maar ook met de sociale, culturele en stedenbouwkundige ontwikkeling van de stad. Van Marinus Naeff wordt beweerd, dat toen Jan van Vuuren in Lochem woonde, hij door Marinus Naeff werd gestimuleerd om stadsgezichten van Lochem te schilderen. Waarschijnlijk kocht Marinus Naeff, of één van zijn beide broers, deze schilderijen daarna aan. Het is in ieder geval zo, dat op twee schilderijen een deel van de oude fabriek van Naeff te zien is. En beide schilderijen zijn in het bezit van nakomelingen van de gebroeders Naeff.
Het echtpaar bleef echter niet lang in Lochem. Jans vrouw Anna wilde graag dichter bij haar familie wonen. Daarom verlieten ze in 1903 het huis aan de Markt. Het jonge gezin vestigde zich in Nunspeet en zou daar hun verdere leven blijven wonen.

Nunspeet

Nunspeet met zijn bossen, heidevelden, eenvoudige zoomhuisjes, lieflijke havenstadjes in de buurt vormde een rijke inspiratiebron voor Jan. De Veluwe werd zijn muze. De wortels van Jans wijze van schilderen lagen in de stijl van de Haagse School, herkenbaar in onderwerpkeuze en impressionistische penseelstreken, met aandacht voor licht en schaduw. Maar hij hield niet zo van de grijstonen van de Haagse school. Hij leefde zich liever uit in warme tinten. En dat is hij zijn hele verdere kunstenaarsleven blijven doen. In de tijd dat Jan zijn beste werk maakte woedde het expressionisme al in volle hevigheid in ons land en de ons omringende landen. Maar Jan deed daar niet aan mee. Hij ging onverdroten in zijn eigen stijl voort.
Ondertussen kreeg zoon Henricus gezelschap van de dochters Tonny Maria (1903), Anny (1908) en Maria (1912). Het ongeluk bleef het gezin niet bespaard. Dochtertje Tonny overleed in 1912, slechts 8 jaar oud. De Van Vuurens voelden zich helemaal thuis in de Nunspeetse samenleving. Jan vond aansluiting bij de andere kunstenaars die in Nunspeet woonden, of er tijdelijk verbleven. Jan was bevriend met de schilders Edzard Koning, Arthur Briët en Wim de Groot. Hij werd lid van de Nunspeetsche kunstkring en later de Veluwsche kunstkring. Anna nam deel aan de plaatselijke maatschappelijke activiteiten. Er was bijna geen club, of zij was er voorzitter van, of zat in de kascommissie.
Het waren jaren waarin de verkoop van Jans werk goed liep, via het atelier, maar ook via de kunsthandel en tentoonstellingen door het hele land.

De ommekeer

In de jaren twintig van de vorige eeuw kwam er geleidelijk een ommekeer in Jans succes. De verkoop stagneerde, financiële zorgen stapelden zich op. Een grote rol speelde hier de grote recessie, die in 1929 in Amerika uitbrak. In die tijd stagneerde de Amerikaanse economie door het ontstaan van grote productieoverschotten. Toen op Zwarte Donderdag de aandelenkoersen eensklaps kelderden, stortte de effectenbeurs in. Er volgde een run op de banken, die dat niet aankonden en over de kop gingen, waarbij velen hun spaargeld verloren. In de periode die er op volgde gingen veel bedrijven failliet, waardoor veel mensen hun werk verloren. Er ontstond een periode van grote armoede. Niet alleen in Amerika; ook Europa en dus ook Nederland werd hierin meegezogen: de beruchte Crisisjaren.

Het leidde er ook toe, dat mensen steeds minder geld uitgaven voor de aankoop van kunst. Het gezin Van Vuuren moest, na al die goede jaren, steeds zuiniger gaan leven. Daarbij kwam nog, dat bij dochter Anny in 1938 kanker werd vastgesteld. Dat had grote invloed op de gezinssituatie. De geestelijke gezondheid van moeder Anna ging hard achteruit en Jan kreeg last van vaatvernauwing. De doktersrekeningen liepen maar op, terwijl er nauwelijks geld meer binnen kwam. Voor Jan was er maar één remedie: schilderen.

Toen hij kort na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog voor een paar dagen naar Giethoorn trok om daar te schilderen, raakte hij in de problemen. Er werd zelfs op hem geschoten. Het gevolg was, dat hij niet op gewone wijze thuis kon komen. Bij Zalk gelukte het hem uiteindelijk de IJssel over te steken, waarna hij te voet naar Nunspeet terug liep (een tocht van ongeveer vijf uur). De barre tocht greep hem zodanig aan, dat hij nadien niet meer de oude werd.

Daarbij kwam nog de scheiding van dochter Maria, iets wat sociaal erg gevoelig lag in het Nunspeetse. Een pijnlijke situatie voor Jan en Anna, vooral vanwege de zorgen om het lot van hun dochter en de beide kleinkinderen. Een paar maanden later trad bij Jan een storing in de bloedsomloop op. Hij stierf thuis, oud 70 jaar. Dochter Anny stierf ook in datzelfde jaar, 33 jaar oud. Anna van Vuuren kwam de verliezen niet meer te boven. Zij moest in een oudereninstelling worden opgenomen. Hier overleed ze in 1948.

 

Bronnen

  • Jan van Vuuren, 1871-1941, schilder van de Veluwe door Wim van der Beek (2006)

  • Jan van Vuuren in perspectief door Williëtte Wolters-Groeneveld (2016)

  • Delpher Historische krantensite van de Kon. Bibliotheek

  • Bevolkingsregister 1899–1921 van Lochem (Regionaal Archief Zutphen)

  • Beeldarchief van het Historisch Genootschap Lochem Laren Barchem

 

 

 

Jan van Vuuren schilderde in 1902 de Noorderwal te Lochem met links de oude fabrieken van Naeff.

Westerbleek en wal te Lochem door Jan van Vuuren, 1902.

Noorderwal en Noorderbleek met rechts de fabriek van Naeff in de winter (1901) op de vorige pagina en in de herfst

(1902).

Twee Veluwse schilderijen van Jan van Vuuren. Het stadsgezicht draagt als titel ‘Agnietenklooster te Elburg’ en het landschap ‘Herfstbos

met wit huisje.

Jan van Vuuren op zijn oude dag.

Twee Veluwse schilderijen van Jan van Vuuren. Het stadsgezicht draagt als titel ‘Agnietenklooster te Elburg’ en het landschap ‘Herfstbos

met wit huisje.

Jan van Vuuren op zijn oude dag.