Martinus Marinus Bijnevelt

Afd. C, graf 102

Op de Oude Begraafplaats liggen twee personen met de naam Martinus Marinus Bijnevelt begraven: Martinus Marinus Bijnevelt (1840-1929) op afdeling B, graf 242 en Martinus Marinus Bijnevelt (1870-1949) op afdeling C, graf 102.

Beiden kwamen in Den Haag ter wereld. De eerste was een broer van de vader van de tweede. De eerste zal mogelijk min of meer toevallig in Lochem zijn terechtgekomen, de tweede niet. De laatste heeft waarschijnlijk bij zijn oom, die een pension hield aan de Tramstraat 41, het huis Mon Désir, bezocht na zijn terugkeer in 1924 uit Boedapest. En zich mogelijk op diens aanraden met zijn derde vrouw in Lochem hebben gevestigd. Hier heeft hij na het overlijden van zijn derde vrouw ook zijn vierde en laatste vrouw Maria Anna Nieuwenhuis ontmoet. Haar broer Frans Gerrit Nieuwenhuis woonde op nummer 30 en had daar een limonadefabriek.

Martinus Marinus Bijnevelt, de oudere, was getrouwd met Theodora te Boekhorst. Het echtpaar was in 1903 uit Utrecht naar Lochem gekomen en was hier een pension begonnen. Na zijn overlijden ging zijn weduwe, Theodora Bijnevelt-te Boekhorst daarmee verder. Mon Desir advertentie

Martinus Marinus Bijnevelt, de jongere, begon in 1925 als dirigent in Eibergen en later ook bij het Lochemse muziekkorps Advendo. Bertus Frank schreef in zijn geschiedenis van de muziekvereniging Advendo het volgende over deze dirigent:

Martin Bijnevelt, door iedereen werd hij op handen gedragen, maar wie was eigenlijk deze musicus? In oktober 1939 stond in Het Maandblad het officiële orgaan van de K.N.F. – toen nog Nederlandse Federatie van Harmonie- en Fanfaregezelschappen – een artikel naar aanleiding van de koninklijke onderscheiding die Bijnevelt op 31 augustus 1939 ontving: ‘Met grote voldoening is in Federatieve kringen vernomen, dat op 31 Aug. de bekwame dirigent van Advendo Lochem Koninklijk is onderscheiden met de gouden medaille in de Huisorde van Oranje-Nassau.’” Het artikel beschrijft Bijnevelt als een zeer geacht dirigent die Advendo gemaakt heeft tot een van de allerbeste muziekkorpsen in de Nederlandse Federatie. Verder gaat het met: “Iedereen herinnerde zich nog het schitterende optreden van het muziekkorps op het concours in Borculo in 1939. Ondanks zijn hoge leeftijd (de muziek houdt jong) is de heer Bijnevelt een vitaal orkestleider en zijn muzikale loopbaan is er dan ook naar geweest om hem te maken tot een allround musicus. In 1888 verliet hij het Koninklijk Conservatorium in Den Haag als violist, hoboïst en harmonisering en hij vond al gauw een betrekking in het Concertgebouworkest in Amsterdam. Hier werkte hij vijf jaar als tweede hoboïst, met een onderbreking van ongeveer een jaar, waarin hij met een operagezelschap uit Parijs, onder leiding van De la Fuente, een tournee naar Saigon maakte. In zijn laatste jaar bij het Concertgebouworkest speelde hij viool en eerste hobo. Aanstelling Doetinchem Bijnevelt

Daarna vertrok Bijnevelt naar Arnhem, waar hij drie jaar lang eerste hobo speelde in de orkestvereniging. Ook was hij hoboleraar aan de Arnhemse Muziekschool. Terug in Amsterdam speelde hij eerste hobo in het Nederlandse Operaorkest, onder Kees van der Linden. Ook het buitenland trok. Zo was hij in Glasgow hobosolist in het Scottish Orchestra. Zijn carrière bracht hem ook in New Castle en Londen, waar hij op tentoonstellingen optrad en als soloviolist in het Londense Savoy Hotel. In Parijs volgde hij enige tijd hobolessen bij de beroemde George Gilet; terug in Londen trad hij zeven jaren lang als hobosolist op in Queens-Hall en in de Royal Opera House Covent Garden. In 1904 vertrok hij naar Boedapest, waar hij maar liefst twintig jaar als hobosolist fungeerde in de Koninklijke Opera en het Philharmonisch Orkest.

Na zijn Europese omzwervingen keerde Bijnevelt in 1924 terug in Nederland. Hij besloot zijn ervaring te steken in een aantal dilettantenverenigingen, zoals Euphonia te Eibergen (vanaf 1925), waarvan hij dirigent werd. Later volgden andere muziekverenigingen. Eind jaren dertig stonden naast het Lochemse Advendo ook Crescendo te Neede, de Harmonie Diepenheim en Advendo te Nijverdal onder zijn leiding. Het is duidelijk dat Martin Bijnevelt naast een goede musicus ook een zeer bekwaam pedagoog was. Hij leerde leden van zijn orkest niet alleen de noten onberispelijk te spelen, maar bracht hen vooral het muziek maken, begrijpen en liefhebben bij. Hij stond op getrouw bezoek aan de repetities, leidde met eindeloos geduld jonge blazers op en was onverbiddelijk wanneer iemand niet mee kon. Zo kon hij amateurs moeilijke muziek uit het klassieke repertoire leren spelen.”

Hij moet een bekende persoonlijkheid zijn geweest en dat beperkte zich niet alleen tot Lochem. Toch wordt hij tot nu toe niet genoemd bij de Route Oude Begraafplaats. In de nabije toekomst vermoedelijk wel.

Maria Anna was eerst getrouwd met Gerrit Pruissen, directeur van de Bankvereeniging Lochem. Hun huwelijk duurde van 1912 tot 1919. Toen volgde de scheiding. Maria Anna was van 1919 tot 1937 pensionhoudster, eerst aan de Tuinstraat en later aan de Tramstraat (30).

Op afdeling B, graf 242 liggen Martinus Marinus Bijnevelt en Theodora te Boekhorst.

Op afdeling C, graf 102 liggen Martinus Marinus Bijnevelt en Paulina Apolonia Händel, de derde vrouw van Martinus Marinus Bijnevelt, met wie hij in 1926 in Lochem kwam wonen. Zijn vierde vrouw Maria Anna Nieuwenhuis ligt bij haar familie in het graf (zie Familie Nieuwenhuis-ten Cate).

Zie ook bijgaand artikel.

 

 

Advendo 1933

<em>In 1933 vierde Advendo haar 25-jarig jubileum. Ter gelegenheid hiervan werd deze foto gemaakt in de tuin van het Volkshuis. Dirigent Bijnevelt te midden van zijn muzikanten. </em>