Reint Kappert

Afd. C, graf 53

Het feit dat Reint Kappert (1882-1937) hier aan de orde komt, heeft niet te maken met zijn belangrijkheid voor Lochem, of doordat zijn grafsteen bijzonder zou zijn.

Het is simpelweg omdat deze toch wel bijzondere foto bestaat van zijn begrafenis. De foto stond in 1937 ook in de Lochemsche Courant.

Reint Kappert was brievenbesteller. Hij overleed op vrij jonge leeftijd. Bij zijn begrafenis zorgden zijn collega’s voor een stemmingsvolle entourage. De stoet door Lochem ging nog met koetsjes, en prachtige graftakken lagen op zijn kist en op de eraan voorafgaande baar. De foto is genomen op de oprit naar de begraafplaats.

Reint Kappert werd in 1882 in Goor geboren als jongste kind van Gerhard Kappert en Johanna Bolink. Gerhard was dagloner. Het echtpaar kreeg drie kinderen. Johanna Kappert-Bolink stierf in 1884, slechts 30 jaar oud. Vader Gerhard bleef met drie kinderen achter. In 1885 werd de jongste ondergebracht bij de ouders van zijn overleden vrouw, die in Lochem in de Walsteeg woonden. Opa Reint Bolink was kleermaker, evenals de nog bij hen wonende zoon Antonie Bolink. In dit gezin groeide kleinzoon Reint verder op. Zijn eigen vader trouwde in Goor opnieuw en vormde met zijn vrouw een nieuw gezin. Grootvader Reint Bolink overleed in 1888. Grootmoeder Zwaantje Fleerkate overleed in1892. Antonie Bolink en Reint Kappert bleven in de Walsteeg achter. Reint werkte in eerste instantie, net als zijn oom Antonie, als kleermaker. Maar hij maakte de overstap naar brievenbesteller.

Tijdens het bezorgen van post in het buitengebied van Lochem maakte hij kennis met Hermina Engelina ten Holt uit Doesburg, die als dienstbode op Huize De Heest in Zwiep werkte. Het stel trouwde in 1913 in Doesburg. Het huis aan de Walsteeg werd verkocht en samen met Antonie Bolink werd in de Blauwe Torenstraat een pand gekocht en wel nummer 40. Het was een oude stadsboerderij, zoals er vroeger zo vele in Lochem zijn geweest. Het achterhuis bestond in die tijd nog uit een grote deel. Het pand werd in twee delen verdeeld. Antonie Bolink betrok het linkerdeel. Hier heeft hij jaren aan het maken van vooral boerenkleding gewerkt. Als het enigszins kon, zat hij op een houten tafel voor het geopende raam te werken.

<em>Familie Kappert-ten Holt met dochter Gerda en links buurman Geels, ca. 1935</em>

Antonie Bolink overleed in 1933. Hij werd op de oude begraafplaats begraven op afdeling C, graf 53. Vier jaar later, in 1937, werd Reint Kappert hier ook begraven. Zijn vrouw Hermina Engelina Kappert-ten Holt overleefde haar man nog vele jaren. Zij overleed in 1977, 86 jaar oud. Ze werd gecremeerd en haar urn werd in het graf bijgezet.

Het graf waarin o.a. Reint Kappert werd begraven is omgeven door een ijzeren hekwerk en heeft een stenen plaat waarop een zwarte glazen plaat met een inscriptie is geschroefd. De glazen plaat is in een hoek beschadigd. Waarschijnlijk doordat de schroef waarmee de plaat aan de steen was bevestigd, door verroesting is gaan uitzetten en tegen de wand van het gat in de glasplaat is gaan drukken, met de breuk van de glasplaat tot gevolg. Ook werden glasplaten vaak met schroeven op houten plankjes bevestigd. Die houten plankjes verrotten in de loop der tijd. Veel plankjes zijn ondertussen vervangen door trespa plaatjes. Toch is de situatie van veel glasplaten op de begraafplaats nog steeds slecht. Er zijn veel gebroken glasplaten te zien. Jammer.

Het gebruik van hekwerken om graven is in de negentiende eeuw opgekomen. In eerste instantie waren ze van smeedijzer, maar aan het eind van de negentiende eeuw werd er vooral staafijzer gebruikt. Smeedijzer vraagt handwerk en staafijzer kon machinaal geproduceerd worden en was daardoor goedkoper.