Rond 1600 was er een levendige handel in varkenshammen vanaf Hambuurde met Duitsland.
Omliggende boeren leverden de hammen, welke hier werden gezouten en gedroogd. Wellicht vinden we hierin een verklaring van de boerderijnaam? Hiervoor was onder het huis een kelder van 6 bij 10 m. van 2.5 m. diep. Rond 1870 is de kelder verkleind en geschikt gemaakt voor de opslag van jenever, brandewijn en likeuren. Voor de verkoop was er een volledige vergunning, welke in 1948 is verkocht.
Tot plusminus 1940 was het naast boerenbedrijf ook café, waar je ook ‘jenever in de "es’ kon kopen. Hierbij een foto van de tapkast, zoals die in de boerderij stond.
De verpondingslijst noemt in 1772 ’t Erve Hambuurde, met als eigenaars Willem en Garrit Hambuurde bet. 4-14-75/21. Na Willem Hombuerden en zijn zoon Henrik Hambeurde is deze naam niet meer op dit erf voorgekomen.
In 1803 trouwt Willem Weenk (geb. 1764, Geesteren) hier met Janna te Hoonte (geb. 1767, Neede). Voor 1817 vertrekken ze naar het Stokkumerbroek in Markelo.
Van de Armhoede in Lochem komen dan Albert Marsman (geb. 1788, Grevenslag, Armhoede) en Reintjen Klein Brinke (geb. 1790, Ruurlo). In 1822 vertrekken zij naar Laren.
Jan Rengers (geb. 1771, Geesteren) komt dan van ’t Zwikkeler naar Hambuurde. Hij is weduwnaar van Teune Swikkeler. Zijn dochter Hendrika Rengers (geb. 1798, Zwikkeler) trouwt in 1823 met Hendrik Wiegers (geb. 1788, Lochem). Hij is landbouwer. Na het overlijden van vader Hendrik is Willem Wiegers (geb. 1829) de baas op de boerderij. Later werkt hij samen met zijn broers Hendrik Wiegers (geb. 1835) en Garrit Wiegers (geb. 1837). Hendrik Wiegers startte rond 1830 met de handel in paarden. Later is de familie verhuisd naar Lochem, maar heeft de paardenhandel voortgezet. Hoogtijdagen was de handel met Hitler-Duitsland in de jaren 30 van de vorige eeuw. De vraag naar paarden in Duitsland was toen erg groot. Uit die tijd is ook het volgende citaat: A-j neet oppast, köch Wiegers ow paerd zo veur de ploog vot!
Hendrik jr gaat in 1867 een huwelijk aan met Hendrika Lubberdink (geb. 1839, Borculo). Hun in 1874 geboren dochter Hendrika trouwt in 1897 met Hendrik Jan Marsman (geb. 1874), afkomstig van Lonneman in Ampsen. Er staan van hen niet minder dan tien kinderen geregistreerd. Willem Jan Marsman (geb. 1904), een van hun zonen, trouwt in 1932 met Harmina Berendina Lindeboom (geb. 1910, Witzand, Zwiep). Zoon Jan Gerrit Marsman huwt Jo Beuker. Zij is afkomstig van De Klumper in de Bosheurne. Met hun twee zonen Wim en Bert vertrekken zij naar Onstwedde in Groningen.
In 1981 is de boerderij verkocht aan de familie Hoentjen van Elsman uit Klein Dochteren: H.J. Hoentjen (geb. 1927) en zijn vrouw R. Hoentjen-Winkel (geb. 1929). Hun zoon D.J. Hoentjen (Jan) (geb. 1955) trouwt met Gerrie Bannink (geb. 1959) van De Kater aan de Hazelberg in Zwiep. Zoon Herco Hoentjen (geb. 1989) runt samen met zijn vader het melkveebedrijf.