Afd. B, graf 21
Johannes Marie Petrus Kooreman (1846-1920) heeft een opvallend grafmonument met jugendstil-elementen.
Het is een forse zerk van zandsteen met een marmeren plaat en een wijwaterbakje. Dit laatste laat zien dat de overledene rooms-katholiek was. Toch ligt hij niet op het rooms-katholieke deel van de begraafplaats. De tekst op de marmeren plaat is slecht te lezen.
Kooreman werd in Gorontalo op Celebes geboren, waar zijn vader assistent-resident was. Hij zal zijn opleiding(en) in Nederland hebben gehad. Hij is in 1900 in Schagen getrouwd met de dochter van een predikant. Zelf was hij rooms-katholiek opgevoed. Bij zijn huwelijk staat als beroep geschreven dat hij Oost-Indisch ambtenaar was. Het echtpaar zal na het huwelijk naar Nederlands Oost-Indië zijn gegaan.
Er is verder niet veel over hem te vinden. In 1919 staat hij vermeld als referendaris bij het Departement van Onderwijs en Eredienst in Nederlands Oost-Indië.
Echter op 1 mei 1920 vestigde hij zich met zijn drie in Indië geboren kinderen in Lochem bij zijn broer Cornelis Marie Kooreman en zijn gezin aan de Nieuweweg 12. Cornelis Marie Kooreman was getrouwd met een zuster van de vrouw van Johannes Marie Petrus Kooreman. In het bevolkingsregister staat Johannes Marie Petrus vermeld als weduwnaar. Het ziet ernaar uit dat zijn vrouw eind 1919 of begin 1920 in Nederlands Oost-Indië was overleden. En dat hij daarop met zijn kinderen naar Nederland is gekomen. Lang is hij hier niet geweest, want in datzelfde jaar 1920 is hij overleden.