In 2007 was het 75 jaar geleden, dat een gedeelte van de middeleeuwse vestinggracht rond de binnenstad van Lochem onder het asfalt verdween. Het eens zo schilderachtige stadsgezicht, vereeuwigd op vele foto’s en ansichtkaarten, werd ingrijpend aangetast. Maar lelijk of niet, ook de nieuwe asfaltweg verscheen al gauw op ansichtkaarten…
In de jaren dertig van de twintigste eeuw was de komst van een moderne geasfalteerde verkeersweg niet per definitie iets verwerpelijks, ook al ging het ten koste van natuur- en stedenschoon. Sterker nog, verkeerswegen waren het symbool van de vooruitgang en de groeiende mobiliteit. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat nieuwe en verbeterde oude uitvalswegen geliefde vestigingsplekken werden voor bedrijven en particuliere huizenbezitters.
Huizenkopers werden zelfs gelokt met het uitzicht op een levendige verkeersweg! Daar denken we tegenwoordig wel anders over…
Rijkswegenplan (zie eindnoot)
Ook Lochem moest er zo rond 1930 aan geloven. Als onderdeel van het Rijkswegenplan van 1927 diende de verkeerssituatie in het stadje aanzienlijk te worden verbeterd. De mogelijkheden waren beperkt: een nieuw éénrichtingscircuit door de binnenstad en over de stadswallen, een rondweg of een nieuw tracé ter plekke van de stadsgracht aan de zuidoostzijde van het centrum.
Na veel geharrewar in de raad werd uiteindelijk voor de laatste variant gekozen, hoezeer het de raad ook speet, dat zo’n fraai stukje stadsgezicht voor goed werd bedorven. Veel oude ansichtkaarten van vóór 1932 getuigen van de idylle langs de Lochemse wallen. De oude eiken op de wal worden in het heldere grachtwater, waarin begin 1900 de Lochemse vrouwen nog de was deden, weerspiegeld.
Opmerkelijk is, dat de nieuwe verkeersweg al snel een vertrouwd onderdeel werd van het Lochemse stadsbeeld, een kenmerkend stukje Lochem, dat al vanaf het midden van de jaren dertig op diverse ansichtkaarten is afgebeeld. Alsof het nooit anders was geweest.
Ansichtkaart 1: “Gracht - Lochem”.
Poststempel: 24 – 8 – 1910.
Geadresseerde: Simon van Roosendaal, Eibingerstrasse 8, Rüdesheim, Duitsland.
Afzender: Tante Nancy.
Op deze oude opname van de gracht ter hoogte van de Oosterwal is de idylle compleet. De brug tussen Smeestraat en Nieuwstad, zichtbaar op de achtergrond, is nog intact. Kleine huizen rijgen zich aaneen op de stadswal en langs de voormalige bleek. Uiterst rechts is nog net de gevel van Sociëteit De Eendracht te zien. Wasvrouwen spoelen hun wasgoed in het schone grachtwater….
De ansichtkaart, verzonden “An den Schüler S. van Roosendaal” is vanuit Lochem naar Duitsland verzonden (en uiteindelijk ook weer op Nederlandse bodem teruggekeerd). De afzender is tante Nancy, die haar neefje het volgende heeft geschreven: “Lieber Simon. Ich danke dir herzlich für deine Karte mit meinem Geburtstag. Du bist gewiß schon ein deutscher Bube geworden. Ich wünsche dir noch viele Freuden im deutschen Lande und bestelle auch meine Grüsse an meine Tante Jacqueline. Deine Tante Nancy”.
Ansichtkaart 2: “Lochem. Graaf Ottoweg b/d Smeestraat”
Poststempel: geen.
Deze ansichtkaart dateert van circa 1935-1940 en toont de Graaf Ottoweg bij de ingang naar de binnenstad. Er ligt asfalt ter plekke van de oude gracht en de brug is verdwenen. Alleen een grote oude eik herinnert aan de vroegere situatie. Het pand van schoenmaker Swaters, geheel links op de foto, in wezen een verbouwd wachthuis, dat kort na de sloop van de Smeepoort werd gebouwd bij de nieuwe brug over de gracht, staat er nu wat doelloos bij. Overigens is het stadsbeeld sindsdien niet noemenswaardig veranderd.
Ansichtkaart 3: “Graaf Ottoweg, Lochem”
Poststempel: geen.
Op deze ansicht uit de jaren zestig is de betonweg inmiddels al sleets geraakt. We zien het tracé van de Graaf Ottoweg in noordelijke richting, met geheel op de achtergrond de gesloopte Sint-Jozefschool. Tussen de bomen, in het plantsoen op de stadswal, staat het houten gebouwtje van de VVV.
Eindnoot:
In Gelderland 1900-2000, dat in 2006 onder eindredactie van D. Verhoeven verscheen bij uitgeverij Waanders, staat het artikel “Ruim baan voor de auto. De gevolgen van de toenemende automobiliteit voor stad en landschap” (p. 301-322), waarin meer over het vooroorlogse Rijkswegenplan en de enorme groei van het wegverkeer in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Ook het verdwijnen van de stadsgracht in Lochem komt hierbij aan de orde.