Op 1 november 1865 werd de spoorlijn Zutphen-Lochem-Hengelo officieel geopend. Deze spoorwegverbinding was door de Staat aangelegd volgens de wet van 18 augustus 1860 (“Eerste Staatsaanleg”, Lijn D). Langs de spoorlijn bouwde de Staats Spoorwegen (SS) een flink aantal spoor- en baanwachterswoningen en enkele stationsgebouwen in vijf klassen, al naar gelang de grootte van de halteplaatsen.
In 1863 vonden de onteigeningen plaats voor de aanleg van de lijn en de bouw van de stations. De benodigde percelen werden op 11 juni bij Koninklijk besluit aangewezen. Eén van de stationsgebouwen, waarvan de bouw kort daarop zou aanvangen, was het station “Harkelbrug”, bestemd voor de dorpen Laren en Almen. Het station was genoemd naar de brug over de vlakbij gelegen Harfsense beek. Later werd de naam veranderd in “Laren-Almen” en in 1925 vond nogmaals een naamsverandering plaats. Toen besloot het Ministerie van Waterstaat met ingang van de nieuwe dienstregeling de naam te veranderen in “Station Laren”.
Een station van de 5de klasse
Het kleine station werd gebouwd volgens het type “5de Klasse”, waartoe ook de stations van Gorssel, Markelo en vele andere stationsgebouwen uit de Eerste Staatsaanleg behoren.
De 5de klasse stationnetjes waren eenvoudige gebouwen met twee bouwlagen, een uitspringend middendeel met topgevels en een ver overstekend kruisvormig zadeldak op houten steunen. De Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen noemde deze kleine stations ook wel “haltegebouwen”. Architect was vermoedelijk de bouw- en werktuigbouwkundige ingenieur Karel Hendrik van Brederode (1827-1897), die ook verantwoordelijk was voor de 1ste, 2de, 3de en 4de klasse gebouwen langs de spoorlijn. Het station in Lochem (dat overigens ook op het grondgebied van de toenmalige gemeente Laren werd gebouwd!) is een voorbeeld van het type 4de klasse. De meeste stationsgebouwen van de 5de klasse zijn rond 1914- 1915 uitgebreid met lage zijvleugels en een extra verdieping op het middendeel. Zo ook het gebouw in Laren. Waarschijnlijk is toen ook de bepleistering op de gevels aangebracht. Sindsdien is het stationnetje nauwelijks meer gewijzigd. Nog steeds is het een karakteristiek gebouw met de typische kenmerken van de kleine negentiende-eeuwse plattelandsstations.
Op het voormalige perron staat nog het oude instrumentarium voor het bedienen van de wissels opgesteld, de zogenaamde handelinrichting. Vlakbij het station werd een “wachterswoning” gebouwd; de eerste wisselwachter was B.J. Mengerink, die zich in april 1866 in het pand vestigde. De woning boven het station was bestemd voor de stationschef. Rond 1900 werd het rustieke stationspleintje van Laren-Almen verrijkt met een heus “Stationskoffiehuis”, ook wel bekend als café Veldmaat.
Eens een belangrijke halte
De spoorlijn van Zutphen naar Twente was een belangrijke schakel in de nieuwe infrastructuur, die het eens zo geïsoleerd gelegen achterland ontsloot en directe verbindingen mogelijk maakte met het westen van het land. Ook binnen de regio voorzagen de halteplaatsen in een belangrijke behoefte, zowel voor het personenvervoer als voor het transport van vooral agrarische producten. Dat gold ook voor de halte Laren. Verschillende landbouw- en zuivelproducten, zoals de beroemde “Larensche roomboter” en ook vee werden vanaf dit station getransporteerd naar fabrieken, winkels, slachthuizen en markten in de grotere plaatsen in de omgeving. Bij het station was een varkenswaag, waar varkens werden gewogen voor het transport per trein. Ook het vlakbij gelegen P.W. Janssen Ziekenhuis bij Almen, dat werd geopend in 1915, heeft veel geprofiteerd van het station. Op 15 mei 1938 is het station gesloten voor het personenvervoer. Het emplacement doet sindsdien alleen nog dienst als kruisingsstation voor de elkaar passerende treinen op het enkelspoor Zutphen-Enschede. De laatste tijd gaan er weer ideeën op om de halteplaats nieuw leven in te blazen.
Bronnen:
-
Nederlandsche Staatscourant, 10 september 1863.
-
J.L. Hartgers, Van zitting tot bank. Jubileumboek ter gelegenheid van de 75-jarige RABObank Laren-Exel, Laren-Exel 1988., p.72-73.
-
H. Romers, De Spoorwegarchitectuur in Nederland 1841- 1938, Zutphen 1981.
-
Webgroup: stationsgebouwen@yahoogroups.com
-
Website: www.stationsweb.nl
-
Gemeente Lochem, Gemeentelijke Monumentenlijst, Redengevende beschrijving monumentnummer 310, opgesteld door Monumenten Advies Bureau, 1992.
-
Rotterdamse Courant, 21 januari 1865. Hierin wordt bericht over de aanleg van de spoorlijn tussen Zutphen en Lochem.
-
Utrechts Provinciaal en stedelijk dagblad, 3 februari 1865.
-
Rotterdamse Courant, 14 april 1865.